Psychosofia Communicatie 108, december 2005
Winter-zonnewende
Marleen WeustenStilaan loopt het jaar ten einde. Opnieuw is een cirkel rond. Deze tijd van het jaar kenmerkt zich door gebruiken, feesten en plechtigheden. Deze zijn terug te voeren op de historie, de traditie, voor velen de geloofstraditie. Op het eerste gezicht lijken de kerkelijke tradities de toon aan te geven, doch de kerk heeft zich in vroeger tijden met haar feesten en plechtigheden aangesloten op de gebruiken en feesten, zoals die reeds eeuwenlang plaatsvonden. Kijk je naar het wezen ervan, dan zul je bemerken, dat het in feite gaat om de uitdrukking van het ritme van de natuur, van het levensritme ofwel de werking van de grotere kosmische orde.
Het levensritme en de kosmische orde, die zich in dit jaargetijde uitdrukken, daar richten we ons nu op. Opnieuw dient de cirkel als leidraad en met name de baan, die de aarde om de zon maakt. Deze nemen we waar als de beweging van de zon om de aarde, de cyclische beweging, die telkens een jaar duurt.
Laten we eerst de zon nader bekijken. Wat betekent de zon voor de mens, voor de natuur, voor de aarde, voor het heelal ? De zon is het centrum van het zonnestelsel. Het is de bron van alle leven, de bron van licht en warmte. De zon geeft levenskracht, onvoorwaardelijk en onbegrensd. De zon is derhalve eveneens het zinnebeeld van de oerbron, van het licht van de oneindige Geest ofwel het eeuwige licht. De oerbron, waaruit alle leven voortkomt. Het licht en de kracht, waaruit ook de mens voortkomt en waaruit wij leven. Het eeuwige licht is derhalve ook in de mens besloten.
In dit jaargetijde is de zon op weg naar haar meest zuidelijke punt, dat zij bereikt op 21 december. De zon staat laag aan de hemel. De dagen worden steeds korter, de nachten langer, de temperatuur daalt. De levenskracht trekt zich steeds verder terug van de stoffelijke, uiterlijke vorm en wendt zich naar binnen, naar het vormloze, het ongeziene, de bron. De stoffelijke verschijningsvorm achter zich latend, wordt de levenskracht teruggebracht tot het wezenlijke, het ware wezen, de essentie - de zuivere geest ...
Van de oorsprong, van de oerbron wordt de levenskracht uitgezonden en daarheen keert zij ook terug.
Op 21 december bereikt de zon haar meest zuidelijke punt en nadert zij de aarde het dichtst. We kennen dit als de kortste dag. Op deze dag bereikt de zon ofwel de levenskracht de bron, de oorsprong. De zon blijft drie dagen op dit punt, staat drie dagen stil. Het is midwinter, de winter-zonnewende. Tijdens de stilte en duisternis van midwinter is de zon, de levenskracht volkomen een met de oorsprong. Het is de vereniging met de oerbron, met het licht en de kracht van de oneindige Geest ...
In de stilte en duisternis van midwinter openbaart zich de kracht van de geest dan ook het zuiverst. De weg is ook vrij, vrij om deze kracht zo zuiver mogelijk op te nemen, te ontvangen. De aarde is immers ontkleed, toont zich in haar naakte gedaante. Het is tijdens midwinter, dat het licht van de oneindige Geest, het eeuwige licht indaalt en de aarde bereikt in zuiverste hoedanigheid ...
De drie dagen van midwinter zijn dan ook heilige dagen. Het is hét moment van vereniging, de vereniging tussen hemel en aarde, tussen geest en materie. Hemel en aarde zijn volkomen één ...
Met de indaling van dit hoogste en zuiverste licht wordt de zon wedergeboren en wendt zich de levenskracht van binnen naar buiten. Met de wedergeboorte van de zon wordt nieuwe levenskracht geschonken, nieuw leven. Het is het licht, dat wedergeboren wordt ...
De gebruiken, feesten en plechtigheden in deze tijd geven uitdrukking aan dit grote kosmische gebeuren: Sinterklaas, Kerstmis, de jaarwisseling, Driekoningen.
Sinterklaas en de Kerstman drukken het zelfde uit. Beiden zijn oeroude mannen met een lange witte baard, zinnebeeld van de Goed Heilig Man, van de Vader-God, de oneindige Geest, die het geschenk van het leven naar de aarde brengt. Vandaar de geschenken met Sinterklaas en Kerstmis !
Beiden zijn gekleed in rood met wit. Wit is de kleur van de zuiverheid, van de levensessentie, het licht. Rood is de kleur van de levenskracht (hart, bloed), van het vuur, het licht en de warmte van de zon.
Zwarte Piet is de knecht, de zoon van de Goed Heilig Man (de zoon - de zon). Hij is zwart, omdat de kracht, die hij brengt, vooralsnog niet zichtbaar is. Zwarte Piet strooit met noten en pepernoten en deze verwijzen naar het zaad, dat het leven bewaart. Uit zaad ontkiemt nieuw leven. Vruchtbaarheid, daarheen verwijzen ook de vruchten, dennenappels en dergelijke.
Takken met altijd groene dennennaalden worden in dit jaargetijde voor versieringen gebruikt. Groen is de kleur van de natuur, van vrede en harmonie. De altijd groene dennennaalden symboliseren het eeuwige leven ... Een krans met dennengroen wordt aan de deur gehangen of siert de woonkamer. De krans is gelijk aan de cirkel, symbool van oneindigheid en eeuwigheid, van heel-heid en een-heid. Verder duidt de krans erop, dat het jaar bijna rond is, de deur naar het nieuwe zal weldra opengaan.
Een dennenboom wordt in huis gezet en gesierd met lichtjes, sterren, glimmende ballen en engelen. Het is een uitdrukking van de grote kosmische orde. Wij ontsteken het licht, niet alleen om de donkere dagen te verlichten en te verwarmen, doch bovenal als eerbetoon aan het eeuwige licht, als uiting van vreugde en dankbaarheid voor de wedergeboorte van het licht ... Het is het nieuwe licht, dat wij ontsteken ...
24 december is de heilige avond, de Kerst-nacht, de gewijde nacht. ‘Weihnachten’ in het Duits. Vroeger werd deze nacht ook Moeder-nacht genoemd. In deze nacht wordt het nieuwe licht geboren. In de kerken viert men de geboorte van Jezus, zoon van God, de Christus.
In de nacht van 24 december komt het nieuwe licht tot ons. Dit kan eerst in deze nacht plaatsvinden. Het licht van de oneindige en eeuwige Geest, het hoogste en zuiverste licht heeft vanaf 21 december de drie dagen van midwinter nodig om volledig in te dalen en de aarde, Moeder Aarde te bereiken ...
De jaarwisseling vindt met recht plaats in deze tijd. Het oude maakt plaats voor het nieuwe. Met Kerst en Nieuwjaar brengen de mensen goede wensen ofwel het nieuwe licht aan elkaar over.
Het feest van Driekoningen op 6 januari vormt de afsluiting. In de Oosterse kerken wordt deze dag Epifanie genoemd, hetgeen Openbaring ofwel Verschijning betekent. De wedergeboorte van het licht zal vanaf nu geopenbaard, zichtbaar worden ...
Uit: ‘Een Weg van Liefde’, ISBN 90-806390-1-X